Saimiri boliviensis
In een groep doodshoofdapen zijn de vrouwtjes de baas. Volwassen mannetjes zijn eigenlijk alleen tijdens het paarseizoen belangrijk. Doodshoofdapen leven zowel op de grond als in de bomen, maar ze komen bijna nooit helemaal boven in de bomen. Daar lopen ze namelijk gevaar om door roofvogels gepakt te worden. Dankzij hun relatief grote hersenvolume (6% van hun totale gewicht, tegenover 3% bij mensen), kunnen doodshoofdapen heel goed klimmen, springen en klauteren. Hun lange staart helpt bij het houden van hun evenwicht. Een groot deel van de dag zoeken doodshoofdapen naar voedsel: vruchten, zaden, kevers, vlinders en spinnen.