Tragelaphus strepsiceros
De Latijnse naam van de grote kudu betekent “antilope met gedraaide hoorns”. Deze kunnen wel 170 cm lang worden. Vroeger waren kuduhoorns erg gewild: als jachttrofee, muziekinstrument, of voorraadpot voor honing. Als kudumannetjes met elkaar vechten kunnen de hoorns zo verstrikt raken dat ze niet meer los komen. Grote kudus kunnen wel 2,5 meter hoog springen, vandaar de hoge rotswanden rond hun verblijf. Vrouwelijke grote kudu’s leven in kleine groepen op de met struiken begroeide savanne, mannetjes leven vaak alleen. Ze eten vooral blad, twijgen, kruiden, bloemen, vruchten, zaden en soms gras.