De Lakenvelder koe dankt zijn naam aan de witte buikband, die wel wat op een laken lijkt. Er bestaan roodbruine en zwarte Lakenvelders. Het ras is al vele eeuwen geleden gefokt. In het stamboek staat precies hoe de koe eruit moet zien. Naast het witte ‘laken’ mag de koe bijvoorbeeld geen andere witte vlekken hebben. De unieke aftekening zorgde er in de 19e eeuw voor dat het houden van Lakenvelders tijdelijk mode werd. Rond 1970 werd het ras gezien de lage melkproductie steeds minder gehouden door professionele boeren. Natuurorganisaties en hobbyboeren hielden het ras, dankzij een stamboek, in stand.