Przewalski Urwildpferd

Bekijk 2 foto's

Equus przewalskii

Przewalskipaarden zijn echte grazers: ze eten grote hoeveelheden (droog) gras. In de IJstijd trokken ze in grote kuddes over de Europese steppen. Ze werden afgebeeld op duizenden jaren oude grotschilderingen. Het Przewalskipaard is genoemd naar een Russische generaal, die het in 1879 voor het eerst in Centraal Azië ontdekte. Nog geen eeuw later, in 1968 stierf het wilde Przewalskipaard uit. Dankzij fokprogramma’s in dierentuinen worden ze echter weer in de natuur uitgezet. In de winter kan het heel koud worden in het oorspronkelijk leefgebied van dit wilde paard. De Przewalskipaarden die in Europese dierentuinen geboren werden en later terug naar Mongolië gaan, moeten dus eerst in een Duits of Hongaars natuurgebied weer ‘verwilderen’ en ‘aan de koude wennen’.

Bekijk hier de uitgebreide diereninformatie...

Weetjes

Przewalskipaarden hebben een draagtijd van 11-12 maanden
Een dominante hengst leidt een harem met 3-4 merries en hun veulens
De schouderhoogte van Przewalskipaarden is 124-146 cm hoog
Przewalskipaarden hebben in tegenstelling tot het gedomesticeerde paard rechtop staande manen; geen lok haar op het voorhoofd; een donkere streep (“aalstreep”) over de rug; een witte snuit (‘melkmuil’); en donkere, gestreepte onderbenen