Vicugna vicugna
De vicuña leeft op grote hoogte in de ruige, uitgestrekte grasvlaktes van het Andes plateau. De dikke wollen vacht beschermt hem tegen de koude en droge omstandigheden. Op de schrale hoogvlaktes groeien vooral stugge grassen en vetplanten. Dankzij hun sterke, knaagdierachtige voortanden kunnen vicuña’s deze goed eten. Vicuña’s moeten elke dag drinken, daarom trekken ze rond op zoek naar de schaarse waterbronnen. Vicuña’s leven in kleine familiegroepen. Een dominante man is de leider. Hij verdedigt het territorium tegen andere groepen.
Het lichaam van vicuña’s is op verschillende manieren aangepast om op grote hoogte te kunnen overleven. Door de ijle lucht en de onherbergzame omstandigheden kost zelfs ademhalen al veel energie. Daarom hebben vicuña’s een zeer groot hart om meer bloed en zuurstof rond te pompen. Daarnaast bevat hun bloed gespecialiseerde bloedcellen met hemoglobine die meer zuurstof aantrekken. Dit alles helpt de vicuña om zijn hele leven op grote hoogte door te brengen. Ook wanneer er op hen wordt gejaagd door het grootste roofdier op de Pampa, de poema, zijn ze dankzij deze aanpassingen in staat om te kunnen ontsnappen.