Callonetta leucophrys
Roodschoudertalingen leven in en rond water, waar ze waterplanten en insecten eten. Ze broeden in boomholten, vaak enkele meters van de grond. Om meer houvast te hebben in de bomen, hebben roodschoudertalingen lange tenen met sterke klauwen. Als de kuikens uitkomen is hun dons nog niet waterdicht, daarom wrijven ze langs de vette veren van hun moeder. Daarna springen ze uit de boom op de grond op zoek naar het water. De kuikens kunnen nog niet vliegen, maar omdat ze vederlicht zijn, bezeren ze zich niet tijdens de val.