Coracias garrulus
De scharrelaar dankt zijn Engelse naam (roller) aan zijn spectaculaire duikende en draaiende baltsvlucht. Vanaf een hoge uitkijkpost speurt de scharrelaar omlaag, op zoek naar prooien. Elke dag eet hij vele tientallen insecten (kevers, krekels, rupsen, vliegen, termieten). Af en toe vangt hij een grotere prooi. ’s Winters is er in het noorden onvoldoende voedsel. Daarom vliegen scharrelaars dan naar Afrika. Een enkele reis van ruim 10.000 kilometer!