Haematopus ostralegus
Scholeksters eten het liefst schelpdieren. Met hun lange rode snavel weten ze mosselen, kokkels, wulken en waterslakken op vernuftige wijze uit hun schelp te krijgen. Door de harde schelpen, slijt de snavel van scholeksters snel af. Daarom blijft deze continu groeien. In de winter leven scholeksters in grote groepen langs de kust. Zomers broeden ze ook in weidegebieden in het binnenland. Daar eten ze vooral wormen en insecten(larven).