In de regenwouden van twee berggebieden in Kenia leven de laatste tientallen, ernstig bedreigde bergbongo’s. Zij verdwenen door stroperij, ziekte en houtkap. Hierdoor stijgt ook de menselijke bevolking in het gebied en komt stroperij steeds vaker voor. Het Bongo Surveillance Project doet er samen met de lokale bevolking aan om deze charismatische dieren te beschermen.
Het GNF steunt dit project sinds 2016. Totale bijdrage 28.240,-
De bijdrages zijn gebruikt voor educatie aan schoolkinderen en cameravallen. In 2020 heeft GNF haar bijdrage vanwege problemen door Corona verdubbeld om zo de rangers extra hulp te kunnen bieden. Ook kan het aangestelde stamhoofd hierdoor essentiële contacten leggen met de lokale gemeenschappen.
De bongo is de grootste in het bos levende antilope. Toch is dit 300 kilo wegende dier moeilijk te ontdekken in het dichte regenwoud van Kenia. Dat komt niet alleen omdat ze erg schuw zijn, maar ook dankzij het strepenpatroon dat goede camouflage biedt. Het Bongo Surveillance Project maakt gebruik van cameravallen om het leefgebied van de bongo goed vast te kunnen stellen.
De laatste bergbongo’s leven verspreid over vier van elkaar geïsoleerde bosgebieden. De kleinste groep telt slechts zes dieren en biedt daardoor te weinig bescherming voor pasgeboren en opgroeiende jongen. In de twee grootste groepen (met respectievelijk 40-50 en 25 dieren) worden gelukkig wel met regelmaat jongen geboren.
Om deze tegen illegale praktijken te beschermen, worden zij permanent bewaakt door rangers van BSP. Zij volgen de bongo’s op de voet en bivakkeren in het regenwoud. Dankzij goede contacten kunnen zij bij eventuele problemen rekenen op extra steun vanuit de lokale overheden. Bovendien controleren zij of er stropers actief zijn in het bos, ze maken eventuele strikken onschadelijk en verrichten arrestaties.
Bergbongo’s zijn afhankelijk van ongerept regenwoud met voldoende ondergroei in de vorm van struiken. Door de groeiende commerciële bosbouw is een groot deel van hun leefgebied echter verloren gegaan. Om de door houtkap kaalgeslagen terreinen in de toekomst weer geschikt te maken voor de oorspronkelijke bosbewoners, kweekt BSP samen met de bevolking nieuwe regenwoudbomen. Deze worden gezamenlijk in de meest getroffen gebieden geplant.
Het Bongo Surveillance Project heeft vlakbij het leefgebied van de bongo’s op Mount Kenya een Educatief centrum gebouwd. Jaarlijks komen hier zo’n 200 schoolkinderen op bezoek. Dankzij het van dichtbij bewonderen van de daar levende bongo’s en andere bosdieren (allemaal opgevangen wezen) leren ze over het belang van natuurbehoud. Via een lespakket leren ze tevens over duurzame energiebronnen en herbebossing. Daarnaast heeft BSP op ruim 20 basisscholen speciale Wildlife Clubs opgericht. De kinderen worde op die manier ook in hun dagelijkse omgeving gestimuleerd om duurzaam te denken en werken. Door Corona maatregelen moesten echter ook de scholen in Kenia in 2020 lange tijd dicht. Maar BSP heeft in de tussentijd niet stil gezeten. In het nieuwe schooljaar kunnen drie extra scholen deelnemen aan dit educatieve programma.
Om het minder verleidelijk te maken om te gaan stropen of hout te kappen in het bos, heeft BSP diverse initiatieven voor de arme bevolking rond de bongo leefgebieden ontwikkeld. BSP heeft hen geleerd dat ze door bijen, geiten of vissen te houden ook in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. En dankzij het toegankelijk maken van schoon water, duurzame brandstoffen en verlichting verhoogt BSP bovendien de levensstandaard van de bewoners. Ook de hulp bij de afvalproblematiek draagt hieraan bij. Hierdoor wordt het draagvlak voor BSP groter en daarmee stijgen de kansen voor de bongo’s!
Mike Prettejohn – Bongo Surveillance Project, Kenia Het is niet makkelijk om in het dichte regenwoud te werken. Je ziet weinig en hoe onderscheid je dan de geluiden van dieren en mensen en hun eventuele illegale praktijken? Hoe kun je de aanwezigheid van stropers opsporen? En hoe vervang je geruisloos de geheugenkaart en batterijen van cameravallen? Om de schuwe bongo’s niet op te schrikken moet dit namelijk gebeuren zonder geluid te maken… Voordat een nieuwe ranger zelfstandig op pad kan, moet hij niet alleen zijn weg leren kennen in warme, vochtige woud, waar het bovendien ook gevaarlijk kan zijn, maar zich ook bovenstaande vaardigheden eigen maken...
Dankzij de donatie van het Gaia Nature Fund hebben we John Lemitil als nieuwe ranger kunnen aantrekken. John is een vooraanstaand stamhoofd en heeft een groot aanzien in de lokale gemeenschappen. Naast het werk als ranger zal John ook via de lokale bevolking actief zijn om de bongo’s te beschermen. En dat is juist in deze Corona pandemie heel belangrijk. Door de diverse maatregelen daalt het inkomen van veel gezinnen namelijk, waardoor de verleiding om te gaan stropen of hout te kappen groter wordt. Daarom zal John Lemitil de komende maanden veel onder de bevolking zijn om de positieve kanten te tonen van de projecten die wij voor hen hebben opgezet. Zoals de boomkwekerijen, schoon water en bosaanplant. Met wat extra voorzieningen, kunnen we deze trainingen in Corona tijden gelukkig gewoon blijven doen!
De lampen op zonne-energie die we een aantal jaar geleden hebben uitgedeeld om kosten te besparen, komen nu extra goed van pas. De schoolkinderen zitten ten gevolge van Corona namelijk ook in Kenia noodgedwongen thuis. Dankzij de zonne-lampen ze kunnen in hun donkere huizen toch verder studeren. En doordat de lampen energiekosten besparen wordt het minder verleidelijk om het regenwoud in te trekken voor hout of stroperij… Dat heeft indirect weer een positief effect op de bongo’s!